6 kanshebbers Literatuurprijs 2011 Vlaamse provincies
Frank Hellemans, Knack Boekburen 10 augustus 2011
Frank Adam, Jeroen Brouwers, Paul Claes, Yves Petry, Eric Rinckhout en Rudi Rotthier maken kans op de 10.000 euro van de vernieuwde Literatuurprijs van de Vlaamse provincies
Vandaaag maakte de jury de shortlist bekend voor de vernieuwde Literatuurprijs 2011 van de Vlaamse provincies die op 28 augustus wordt uitgereikt. Een overzicht van het sextet, met grote namen in verschillende prozagenres.
Jaarlijks reiken de vijf Vlaamse provincies binnen de eigen grenzen diverse literaire prijzen uit. Eén keer per jaar was het sinds 1932 de gewoonte om een interprovinciale jury een prestigieuze interprovinciale prijs te laten verlenen. Die werd sinds 1957 afwisselend aan twee genres in een vierjaarlijkse toerbeurt toegekend: van tv- of radiospel tot jeugd- en kinderliteratuur of proza en gezamenlijk oeuvre.
Onlangs beslisten de culturele deputaties om vanaf 2011 samen met Knack een vernieuwde Literatuurprijs op de rails te zetten die de beste Nederlandstalige proza-auteur van het afgelopen jaar bekroont. Dit betekent dat zowel schrijvers van fictie als van literaire non-fictie en van jeugdliteratuur in aanmerking zouden komen. Enige voorwaarde was dat de schrijvers in een Vlaamse provincie waren geboren en/of er vijf jaar effectief verbleven. Daarbij gold ook de beperking dat de shortlist minstens één genomineerde per provincie moest oplijsten, kwestie van het interprovinciale karakter te laten spelen. Maar wie als Nederlander dus tenminste vijf jaar in Vlaanderen schrijft, komt eveneens in aanmerking. Jeroen Brouwers bijvoorbeeld die in het Limburgse Zutendaal sinds jaar en dag zijn duivels ontbindt, kreeg zo een plaatsje op deze eerste shortlist van de Literatuurprijs 2011 van de Vlaamse provincies. Hij maakt dus kans op de 10.000 euro voor de winnaar die op de Antwerpse Cultuurmarkt op zondag 28 augustus wordt bekendgemaakt.
Ook de jury werd in een nieuw kleedje gestoken. Elke provincie stuurde zijn culturele ambassadeur maar er werd naar gestreefd om zo veel mogelijk literaire milieus te betrekken bij de jurering. Boekhandelaar Johan Vandenbroucke (West-Vlaanderen), Ons Erfdeel-hoofdredacteur Luc Devoldere (Oost-Vlaanderen), archivaris-directeur van het Antwerps Letterenhuis Leen Van Dijck (Antwerpen), HUB-hoogleraar Philip Vermoortel (Vlaams-Brabant) en schrijfster Margot Vanderstraeten (Limburg) beslisten onder voorzitterschap van de auteur van dit artikel welke zes schrijvers uiteindelijk kans maken op de prijs. De shortlist van de Literatuurprijs 2011 van de Vlaamse provincies in alfabetische volgorde op schrijversnaam ziet er al volgt uit:
Frank Adam (West-Vlaanderen) bevestigt met’ Liefdesfabels’ dat hij het klassieke fabelgenre een nieuwe glans heeft gegeven. In de achttiende eeuw vormden de contes philosophiques van onder anderen Voltaire een belangrijke bijdrage aan de Europese literatuur. Vanaf zijn eerste fabelboek uit 2005 verraste Adam met de merkwaardige strapatsen van een ezel die zo zijn eigen kijk had op de menselijke waan van de dag. Ondertussen is hij met Liefdesfabels al aan zijn vierde deel toe en Belgische fabels, het vijfde luik, is onderweg voor in het najaar. Sommige van zijn fabels bracht Adam op de bühne en ook in het buitenland werden ze opgemerkt: er zijn al Franse vertalingen en andere landen volgen.
Jeroen Brouwers (Limburg) schreef naar eigen zeggen tien jaar aan ‘Bittere bloemen’, zijn tiende roman. Het is een heel apart portret geworden van de schrijver als ijlende, oude man die op een luxecruise opnieuw de liefde voor een jong blaadje opdoet en zo begint te delireren over zijn vroegere leven als echtgenoot, papa, justitieminister, rechter, lesgever én vrijetijdsauteur. Op de golven van de zee en in het schokkerige tempo van een motorfiets maakt de verbeeld ing van het ik-personage merkwaardige bokkensprongen. Brouwers’ gevoel voor het juiste woord zorgt ervoor dat het ‘buitenbewustzijnse bewustzijn’ van de protagonist toch geloofwaardig overkomt. Een sardonische alleenspraak van de ouderdom is het resultaat die ook voor de spreker zelf geen genade kent.
Paul Claes (Vlaams-Brabant) maakte met ‘De leeuwerik’ een knap geconstrueerde historische roman waar hij sinds ‘De kameleon’ het patent op heeft. Deze keer past de romance in de wereld van de twaalfde-eeuwse Provencaalse literatuur. Claes wekt de vroege middeleeuwen met zijn troubadours en hoofse liefde weer tot leven én maakt via het hoofdpersonage duidelijk hoe hijzelf vandaag tegen literatuur aankijkt. Intertekstueel variëren op bestaande modellen, zoals de tropator-troubadour negenhonderd jaar geleden al deed, dat is ook de poëtica van Claes. In die zin is deze hoofse liefdesgeschiedenis niet zomaar een literaire verkenning van de middeleeuwse tijdsgeest, maar eveneens een pro domo van Claes zelf.
Yves Petry (Vlaams-Brabant) kende met ‘De maagd Marino’ zijn definitieve doorbraak. Dat hij voor deze roman de Libris Literatuurprijs 2011 in de wacht sleepte, spreekt boekdelen. Hoe hij van de lustmoord van een Duitse homoseksueel op zijn partner een uitgekiend literair Kammerspiel maakt, is grote klasse. In plaats van te focussen op het sensationele gegeven zelf, gebruikt Petry deze casus om zijn heel aparte kijk op de perverse gevolgen van een te ver doorgeschoten individualisering in onze samenleving te ventileren.
Eric Rinckhout (Antwerpen) schreef met zijn ‘Grote Antwerpse Willem Elsschot Atlas’ het nagenoeg perfecte Elsschotboek waarin het Antwerpen, zoals Elsschot dat beleefde, centraal staat. Met veel zin voor detail – zowel wat de Antwerpse stadsgeschiedenis als wat het oeuvre van de meester zelf betreft – doet hij stad én schrijver herrijzen. Elsschot is ondenkbaar zonder Antwerpen. Rinckhout is een kenner van beide en daarenboven een prima verteller. Hij had de pech dat zijn bioliteraire stadsgids tussen het Elsschotherdenkingsgedruis en de talloze Elsschotpublicaties ondergesneeuwd raakte. Ten onrechte.
Rudi Rotthier (Oost-Vlaanderen) heeft zich op kousenvoeten samen met David Van Reybrouck tot vaandeldrager van de literaire non-fictie ontpopt. Met ‘De lont aan de wereld’ bewijst hij zijn status als een van de belangrijkste Nederlandstalige reisjournalisten. Hij doet er verslag van zijn omzwervingen in Pakistan en schetst een genuanceerd beeld van het land, voorbij de clichés.
Deze shortlist, die uitsluitend boeken bevat die tussen 1 juni 2010 en 1 juni 2011 werden gepubliceerd, bewijst met hoeveel verve de Nederlandstalige schrijvers in de vijf Vlaamse provincies hun werk doen. Vanaf 11 augustus worden de zes genomineerden in extenso op Knack Boekenburen gepresenteerd. Ook de lezers mogen vanaf dan tot en met maandag 22 augustus online op hún winnaar stemmen via Knack.be. Vijf deelnemers aan deze Publieksprijs maken kans op een boekenpakket. U stemt toch ook?