Pers: Wat de ezel zag (Theatermaggezien, 24/11/04)
WAT DE EZEL ZAG… :
EEN WOORD, EEN EI, EEN WONDERBARE OMELET!
Roger Arteel
Theatermaggezien
21 November 2004
Het duo Frank Adam en Rik Teunis vonden elkaar in 2002 in Mijn mond eet graag spinazie, maar ik niet, een poëzieprogramma voor kinderen dat langs alle kanten uit de band sprong. Het succes was overweldigend en in het voorjaar 2005 komen er hernemingen. Maar nu is er eerst Wat de ezel zag, een buitenbijbels kerstverhaal, dat een jaar geleden in De Werf in Brugge in première ging en nu ook al op algemene aanvraag voor een nieuwe reeks tot einde december 2004 langs de culturele centra trekt.
De productie steunt op het avonturen- en schelmenverhaal van Frank Adam: Wat de ezel zag of de zeven eerste woorden van Jezus, in 2003 verschenen bij het Davidsfonds/Infodok, met zeer mooie paginagrote kleurprenten van de meervoudig bekroonde Klaas Verplancke. Bruin-gele tronies met een knipoog naar Jeroen Bosch. Een kijk- en leesboek in één band. Daaruit hebben Adam en Teunis een voorstelling gedistilleerd, waarin zij beiden als twee dj’s optreden, maar dan in vermomming en in meerdere opdrachten. Zij maken niet alleen de geluiden bij hun eigen stemgeluid en zeggen, reciteren, parodiëren of dialogeren niet enkel de tekst, ze produceren ook muziek, gebrom, stiltes, en ander nachtlawaai dat in een kerstnacht zich wel eens durft op te dringen. Om van de gestes, de mimiek, de kronkels en andere bewegingen nog niet te spreken.
En toch is dit een kerstverhaal, dit keer geïnspireerd op de biografie van Mohammed, een weeskind dat stemmen hoorde en verplicht werd een en ander uit te voeren. En die ezel? Iemand had de ezel (die in een stalleke stond) ooit zijn linkeroor afgekapt. Maar het gebeurde dat hij toch een stem hoorde, met zijn rechteroor dan. Aldus begint het verhaal en daarmee start ook de voorstelling, met een stem die zegt dat er een kindje zal geboren worden… uit een ei! Wat dan volgt is onbeschrijflijk. Je kan het alleen maar geloven als je het meemaakt.
Wat de ezel zag… is in feite een zeer speels en ongelooflijk verbeeldingrijk samensmelten van Oosterse sprookjes en Westerse verhalen, van Bijbelse parabels en fragmenten uit de Koran, en van een aantal uitschuivers naar rovers, soldaten, en geesten, overgoten met een koldereske humorsaus. Twee stemmen en vier handen bedienen een tovertafel en doen de oren spitsen en gloeien, zonder dat het visuele er onder lijdt.
Mijn mond eet graag spinazie…, de eerste productie van het duo Adam/Teunis is een solo, waarin Frank Adam van de ene verrassing naar de andere spartelt als een duivel in een zwarte doos, volgens de vernuftige technische ingrepen van Rik Teunis. In Wat de ezel zag, zijn ze met zijn tweeën op de scène en zijn de verrassingen van een heel andere, daarom niet minder boeiende aard. Ze staan naast elkaar aan de draaitafel en het is alsof er wederzijds vonken overspringen. In vergelijking met hun eerste productie zit er in die tweede kennelijk een versobering in het aanwenden van de technische middelen, maar ook inhoudelijk is de lijn strakker en toch blijft ook deze keer de magie van het theater intact.
Volgens Frank Adam in Wat de ezel zag, zijn er duizend-en-een manieren om een ei te bereiden, maar zijn er ook evenveel om een woord te roeren. Het kokkerellende duo Adam/Teunis is nog lang niet aan zijn laatste omelet.