‘We zijn allemaal voyeurs’ (De Standaard der letteren)
28 maart 2008, Isa Van Dorsselaer
Een kroniek van deze tijd willen de Confidenties aan een Ezelsoor zijn. Een deel over erotiek kon dan niet uitblijven. “Erotiek is een magnetische kracht tussen mensen. Neem dat weg en de eenzaamheid regeert.”
De ezel uit de Confidenties aan een Ezelsoor die eerder in De Standaard stonden en nu in De Morgen verschijnen, was al een therapeut voor gekwelde zielen en een journalist die de pijn van de wereld voelt. In een nieuwe reeks Confidenties, Erotische Fabels, kruipen schrijver Frank Adam en illustrator Klaas Verplancke in de huid van de voyeur. Het is een zinnelijke viering van de erotische verbeelding geworden. “Het goed gevoel moest deze keer voorop staan, niet de pijn van het leven.”
Klaas Verplancke: “Ik heb Frank en mezelf in ons blootje getekend in het boek. Het papier is altijd de spiegel van je gedachten, maar meer dan in de eerste twee Confidenties, zijn we er ons nu van bewust dat we onze ziel blootgeven. Want meer dan anders gaan lezers op zoek naar onze fantasieën. Maar die kwetsbaarheid is net interessant.”
Frank Adam: “Aanvankelijk wilde ik, zoals bij de vorige reeksen, beginnen vanuit de actualiteit. Een kritische blik op de pornoficatie van de samenleving en zo. Maar toen dacht ik: Frank, je bent geen haar beter. Als ik erotiek zie, word ik daar ook naartoe gezogen. De ezel is de voyeur die wij allemaal zijn. Voyeurs willen er zo dicht mogelijk bij zijn en toch zeggen: ik sta daar buiten.”
Verplancke: “Deze Confidenties beginnen heel expliciet en vleselijk, als een aanlokkelijke sirene. Literair verantwoorde porno (glimlacht). Maar dan wordt, voor mij althans, snel duidelijk dat erotiek vooral theater is. Ik heb veel erotica bekeken – ik had het perfecte alibi – en ik stelde vast dat het behoorlijk eentonig is en doorheen de tijd niet verandert. Kijk naar de scènes op de muren van Pompeï en naar hedendaagse erotiek: veel verschil zie je niet.
Wij maken het verschil door erotiek te doorprikken als een spelletje van volwassenen waaraan we met zijn allen misschien te veel aandacht besteden. Aan het eind van het boek blijft de ezel eenzaam achter en gaat hij op zoek naar datgene waarmee alles begint: de liefde. Dat vind ik schoon.”
Adam: “Liefde en erotiek gaan volgens mij niet samen, ze zijn als wonde en zout. Want in de erotiek is dominantie een drijvende kracht. Het is niét lief zijn voor elkaar. In de samenleving hebben we gevochten voor eerbied en respect, voor gelijkheid van man en vrouw. Maar in de erotische verbeelding gelden deze maatschappelijke wetten niet. Die gaat over onderdrukken en pijnigen, zij het in functie van het genot. De erotische verbeelding is je eigen universum dat je beleeft zoals je wilt. Maar net daarom zijn de erotische verbeelding en erotiek in de realiteit twee werelden die niet te verzoenen zijn.”
Verplancke: “Voor mij is er toch een eindigheid aan lust. Als je je volvreet, dan weet je dat je op een bepaald moment moet overgeven. Als je te veel drinkt, word je zat. Ook bij erotiek is er een punt dat het erover is.”
Adam: “Maar jouw erover is mijn erover niet.”
Verplancke: “Goed, maar 24.000 prentjes, zoals Louis Paul Boon bijeenbracht? Waarom geen 480.000 prentjes? Dat bewijst net de banaliteit ervan. Met alle respect voor Boon, maar als je die plaatjes loskoppelt van zijn schrijverschap, is dat toch gewoon een uit de hand gelopen hobby? Stel dat een vrouw 24.000 prentjes van blote mannen had verzameld, er zou eens hartelijk om gelachen worden.”
Adam: “Wat is het onderscheid tussen erotiek en porno?”
Verplancke: “Porno vult alles in, zonder meer.”
Adam: “Maar wat voor de ene porno is, is voor de andere erotisch. Mensen zijn ook bang van zichzelf, nog altijd. Wat wij hier doen, is voor sommigen ook porno.”
Verplancke: “Toch probeer ik een grens te stellen aan lust. Daar voorbij krijgt het voor mij een ziekelijke wending. Ik hou van evenwicht, van beheersing, ook in de kunst. Ik vind dat een tekenen van volwassenheid: weten wanneer je moet stoppen. Voluit gaan zou ook in dit boek niet moeilijk zijn geweest, maar dat is niet interessant.”
Adam: “Dat heb ik me ook bij het schrijven voorgehouden: ik vermeld de erotische details in het voorbijgaan, alsof ze bijzaak zijn, terwijl de lezer net dat wil weten. Je geeft het hem niet helemaal. Verbeelding is bij uitstek het medium voor erotiek.”
Verplancke: “Het was zoeken: waar is het erotisch en vanaf waar is het gewoon what you see is what you get? Erotiek heeft veel te maken met bedekken. Ik wilde zo weinig mogelijk vlees tonen. De lezer moet zelf invullen wat erachter zit.”
Adam: “De sluier is bij uitstek het symbool van de erotiek, omdat je iets verbergt dat je tezelfdertijd laat vermoeden. Het is dat vermoeden waardoor de verbeelding moet werken, dat de erotische prikkeling is. Erotiek is seks met kleren aan.”
Verplancke: “Dat staat haaks op de hedendaagse expliciete beeldenorgie die suggestie mist. Erotiek wordt gebanaliseerd. Met een klik op de muis beland je bij de meest gore porno. Alles kan, maar wat blijft er dan over? Beheersing, context, verbeelding, ze zijn essentieel. Als je die niet hebt, is seks gewoon voortplantingsgymnastiek.”
Adam: “Hoe dikker de muren der taboes, hoe intiemer de intimiteit, zegt de ezel ergens. Je mag jezelf grenzen stellen, maar dan moeten het zelf opgelegde taboes zijn, geen taboes die worden opgedrongen.”
Verplancke: “Voor mij was de referentie voor dit boek De Tuin der Lusten van Bosch. Daar zit zo’n sensualiteit in. Ik associeer erotiek met geluid, met geur, met subtiele bewegingen en die kon ik er niet insteken. Ik heb ze gesuggereerd, met achtergrondjes bijvoorbeeld die een boudoirsfeer oproepen waar je het parfum bijdenkt.”
Adam: “Het was ook voor mij zoeken, bijvoorbeeld in de terminologie voor geslachtsdelen. Het moest omfloerst zijn. Op een bepaald moment bleken mijn proeflezers geshockeerd. Ik veranderde drie woorden. ‘Het is helemaal anders’, zeiden ze nadat ze het opnieuw hadden gelezen. Het is zo’n subtiel spel, maar de toon die we gevonden hebben, werkt. Mensen spreken me vaak aan over deze Confidenties.”
Verplancke: “Dat vind ik vreemd. Is dat niet gewoon omdat het over seks gaat? Zo van: goh, bloot! Confidenties gaan over het naar boven brengen wat diep in u zit en als er één thema is dat mensen nog altijd doet blokkeren, is het erotiek. Ik tekende op een vorige cover eens een vrouw met schaamhaar. Heisa! En waarom? Ik ben op Sint-Lucas eens in slaap gevallen voor een naaktmodel. Als het alleen daarover gaat, als je alleen kickt op bloot vel, pauvre gars.”
Adam: “’Prikkelt het je?’ vraag ik aan mannelijke lezers. Lange stilte. En dan zeggen ze: ‘Allez, Frank, het gaat toch over het verháál.’ Terwijl je weet dat het bij hen ook zo werkt. Vrouwen zijn veel directer. Ze durven gewoon toe te geven dat het hen prikkelt. Mannen zeggen me dat het is alsof je in hun hoofd kan kijken en ze schermen zich af. Waarom doen ze dat toch?”
Verplancke: “Als een vrouw een erotische prent maakt, vindt men dat sensueel. Als een man een erotische prent maakt, vindt men dat pervers. Die houding van de maatschappij speelt mannen parten, het gevoel dat de vrouwelijke houding tegenover seks onschuldig en juist is, en de mannelijke fout.”
Adam: “Deze Confidenties zijn geschreven vanuit de vrouwelijke erotische verbeelding. Daar zal wel wat veldwerk bij geweest zijn (monkelt) en ik heb veel gelezen. Ik draai de wereld en de rollenpatronen om, om dat vrouwelijke te krijgen. Ik heb ook geprobeerd een homoverhaal te schrijven, maar dat is net iets satirischer uitgedraaid dan gepland. Erotiek en humor gaan samen in het voorspel, maar zodra je er middenin zit, lukt dat niet meer. Zodra je dan satirisch begint te doen, ben je niet meer erotisch bezig. Ik heb mezelf tijdens het schrijven de hele tijd voorgehouden: ik ben geil en ik ben niet ironisch.”
Verplancke: (schatert) “Ik heb het gevoel dat je er zo verschrikkelijk serieus mee bezig bent geweest. Als je een beetje afstand neemt, is erotiek soms zo belachelijk. Het is een fijn, maar eindig spel, meer niet.”
Adam: “Zal ik je dat eens zeggen op het moment dat jij een orgasme krijgt, ‘is het maar dat’? (hilariteit)
Verplancke: “Als je erotiek te ernstig neemt en de grenzen te ver verlegt, verval je in bizarre en kinky toestanden die belachelijk aandoen, of in het ergste geval in perfide uitspattingen.”
Adam: “Aan de ene kant is het belachelijk, aan de andere kant is het hemels. Erotiek is een magnetische kracht tussen mensen. Neem dat weg en de eenzaamheid regeert. Ik denk dat jij de kracht ervan onderschat.”
Verplancke: “Ik vind dat liefde en erotiek wél kunnen samengaan. Maakt me dat een vrouw? Er zit een vrouwelijke kant aan mij. Zonder in karikaturen te vervallen: ik vind mannen behoorlijk eendimensioneel. De manier waarop ze seks bekijken is onaantrekkelijk. Mannelijke erotiek is gericht op het puur vleselijke, op het orgasme, alles wordt gedomineerd door dat testosteron. De vrouwelijke blik is gelaagder. Mijn prenten zijn gebaseerd op sensualiteit, op humor om dat voorspelbare van de erotiek te doorprikken, en op liefde ook.”
Adam: “Er ís een verschil in de beleving van erotiek tussen mannen en vrouwen. Maar dat is het soort verschil dat je hebt tussen mensen die links en mensen die rechts schrijven. Het doel is het schrijven. Erotiek is bij mannen en vrouwen hetzelfde, er worden andere wegen gevolgd, maar de intensiteit is even sterk. De clichés – mannen hevig en intens en porno en vrouwen zacht en soft en erotiek – zijn misleidend.”
Verplancke: “Ik was toch blij dat er geen twintig verhalen waren zoals die eerste drie, dat ze na een tijdje weggingen van het puur vleselijke en dat er andere elementen binnenslopen. En ik ben blij dat we nu overgaan naar de liefde in het volgende boek. Zal ik daarover zo snel zijn uitgepraat? Want ik ben uit deze onderdompeling in het erotische universum echt gekomen met het idee: is het dat maar?”
Adam: “Voor mij is dit de meest fantastische tijd van mijn leven geweest. (hilariteit) Ik heb van twee hobby’s mijn beroep kunnen maken: schrijven en seks.”
Confidenties aan een Ezelsoor, Boek Drie/Erotische Fabels, Davidsfonds.
Deze Confidenties aan een Ezelsoor worden op 12 april voorgesteld tijdens een evenement van de Literaire Lente in het Parkhotel in De Panne. Sigrid Spruyt modereert, componist Johan De Smet zorgt voor muziek. Info: www.boek.be. Met diezelfde De Smet brengt Frank Adam de erotische fabels dit najaar op de scene met theatermaker Rik Teunis en Les Voix Erotiques de la Belgique. Hij bewerkt ze ook voor Klara, tevens dit najaar.