Pers: De Caïro Cahiers (Pas-Uit Magazine)
De Caïro Cahiers
Pas-Uit Magazine, februari 2007
Wim Kerkhof
De Brugse schrijver, poëet en theatermaker Frank Adam reisde naar Caïro om daar een mondje Arabisch op te steken. In plaats daarvan vond hij alle ingrediënten voor een reality-roman vol intrige en suspense. ‘Caïro Cahiers’ is een opvallend reisdagboek geworden met een bevreemdende kijk op de miljoenenstad. We maken kennis met de mysterieuze Amina en een cynische Nederlandse psycholoog, met wie Adam in Caïro een tijdje samenhokte.
Het idee voor deze roman is ginds ter plaatse eigenlijk gegroeid uit een soort van Egyptisch dagboek dat ik bijhield. Ik had dat helemaal niet gepland, was naar Caïro vertrokken met de bedoeling daar een cursus Arabisch te volgen. Maar toen ik daar was schreven de cahiers zichzelf. De situatie in de flat en de personages die ik daar ontmoette leken zo uit een roman te komen. De werkelijkheid is nu eenmaal soms fantastischer dan fictie.
Kom je als auteur in de gebeurtenissen tussen?
Mijn taak was in het verhaal te knippen zoals in een film, zonder de gebeurtenissen te gaan verfraaien. Ik heb ze alleen wat in de tijd verdicht; naar elkaar toegeschreven. Aan de plot en de personages heb ik niets veranderd; die hadden elk hun mysteriën die te literair waren om in te grijpen. Ik ben eigenlijk de filter. Als iemand bijvoorbeeld een oneliner aanreikt is het aan mij om die als het ware te monteren. Ik vertrek vanuit de werkelijkheid, doe niets anders dan observeren, maar het is de muziek eronder die het verhaal zo interessant maakt en mijn taak is het geheel te orkestreren. Een beetje zoals bij reality tv. Je zou het wel ‘reality-literatuur’ kunnen noemen.
In het verhaal klinkt nergens een expliciete eigen mening of interpretatie door.
Het hoorde er gewoon niet thuis. Ik wou zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid blijven door die alleen feitelijk weer te geven. Uit de oerversie van Caïro Cahiers heb ik hele pagina’s geschrapt waar te uitdrukkelijk een eigen mening in doorklonk. De zinnen hebben een soort objectieve ‘sec-heid’ die dicht tegen de journalistiek aanleunt. Eigenlijk is het een uit de hand gelopen reportage. Lees een gemiddeld artikel in een krant; ook daar is het de taak van de journalist om de lezer te leiden en vragen te stellen, maar zelf blijft hij op de achtergrond. Het is ook zo dat mijn andere werken absoluut niet biografisch zijn. Misschien ook daarom dat ik hier een grote afstand bewaar.
Was het niet moeilijk om de personages net niet teveel of te weinig in te vullen?
Ik heb aan dit boek dubbel zolang gewerkt. Het is inderdaad niet eenvoudig om de mensen met wie je omgaat te beschrijven zoals ze zijn, maar dan objectief weergegeven. Je afstand tot het onderwerp bewaren is een regel in alle schrijven. Maar toch, als filter blijf je altijd aanwezig. Ik schrijf in de tegenwoordige tijd, zit dus zelf middenin de werkelijkheid en weet ook niet wat er over tien minuten zal gebeuren. Daar ga je dan zelf op anticiperen. Je geraakt samen met de andere personages betrokken bij de gebeurtenissen, en je deelt ook de irritaties van de anderen.
De ene schrijver komt nooit achter z’n schrijftafel vandaan, een ander reist de wereld rond.
Ik ben de helft van het jaar thuis aan het werk en de andere helft zit ik in het theater. Het doet ook wel deugd om buiten te komen, altijd maar achter je computer is soms eenzaam. Maar zelf heb ik de ervaring niet echt nodig om te kunnen schrijven; ik schrijf vanuit de verbeelding. Grote reizen maak ik in mijn hoofd.
Je boekentitels zetten meestal aan tot nieuwsgierigheid. Is dat een betrachting?
Johan De Smet heeft het ook altijd over mijn titels, dat ze zo tot de verbeelding spreken. Ik ben daar dan ook echt mee bezig, ik vind het interessant als mijn lezers bij de titel al even stilstaan.
Je hebt zelf een zoontje. Lezen jongeren volgens jou nog genoeg, naast alle andere verleidingen?
Meisjes lezen naar het schijnt net iets meer, maar ondanks de alomtegenwoordige aanwezigheid van pc en tv is de situatie volgens mij niet echt veranderd. Je hebt nog altijd kinderen die graag en veel lezen, en je hebt kinderen die nooit lezen. Soms denken ze tot hun tiende ‘boeken da’s niks voor mij’, en beginnen er dan toch plots aan. Zelf las ik tot mijn vijftiende alleen wat ik moest lezen, en dan ben ik op latere leeftijd een echte boekenfreak geworden. Je moet dat dus niet forceren.
Filmpjes zoals Shrek en Cars zijn ontspannend voor jong en oud. Gaat dat ook op voor literatuur?
Het is een stelregel dat als je voor kinderen schrijft, dat het ook volwassenen moet kunnen aanspreken. Net als die animatiefilmpjes; ik kan daar samen met m’n zoon van genieten, al is het wel zo dat ik er dan als schrijver naar kijk. Ik tracht uit te vinden hoe de principes in zo’n film werken. Een belangrijk iets wat ik daaruit heb geleerd, is dat je met dieren veel meer kunt doen. Dat principe gebruik ik ook in ‘Wat de ezel zag’. Als een dier wordt gekweld is dat erg, maar het blijft toch ook afstandelijk. Terwijl een jongetje dat klem raakt de jeugdige kijkertjes allicht in paniek zal brengen omdat het te realistisch is.
Kun je alleen bezield schrijven over iets waarmee je een band hebt? Ik meende dat je zoontje jou ideeën aanreikt voor je jeugdromans?
In het begin schreef ik nogal eens gedichten die zo ontstaan zijn. Een dode mus in de tuin, die door de poes werd doodgebeten, bijvoorbeeld. Maar nu ben ik bij een gedicht niet langer met m’n zoontje bezig. Het is een ambacht, er zijn regels voor. Wie geen kinderen heeft kan minstens evengoed voor jongeren gaan schrijven. Zelf ben ik eigenlijk door toeval in de jeugdliteratuur beland, en voor mij is het alleszins evenwaardig aan literatuur voor volwassenen.
Je bent redacteur bij het literaire tijdschrift De Brakke Hond. Heb je een gouden raad voor beginnende schrijvers?
We organiseren elk jaar een verhalenwedstrijd en fungeren dus als een soort zoekmachine voor jong talent. Sommige schrijvers die we moeten teleurstellen, proberen het later opnieuw, en dan klikt het soms toch. Volhouden is dus de boodschap. Volhouden en altijd kritisch blijven voor jezelf. Een ander belangrijk advies is dat je je met het schrijven absoluut moet blijven amuseren. Anders hou je er maar beter mee op.