Pers: De jongen die uit zijn lichaam viel (De Standaard)

Messias met middelvinger

Michaël Bellon
De Standaard, 9 juni 2005


Jeugdtheater
De Werf speelt ,,De jongen die uit zijn lichaam viel’’. Gezien op 4 juni in
Brugge. Nog op 11 en 12 juni (15 uur). Inlichtingen 050-33.05.29 of
www.dewerf.be

OP de affiche van De jongen die uit zijn lichaam viel staan Tania Van der Sanden en Wouter Bruneel afgebeeld als Christusfiguren die ietwat provocerend de middelvinger opsteken. Met zijn tweeën spelen zij het ,,evangelie volgens Frank Adam’’ (een auteur van proza, poëzie en toneel voor zowel kinderen als volwassenen). Die heeft het over Jos, een jongen op sandalen die naar eigen zeggen herboren is als de nieuwe Jezus.

Het leven van Jos vertoont inderdaad gelijkenissen met dat van de ,,echte’’ Messias. Zijn vader baat een meubelzaak uit en heeft geregeld last van een kwaaie dronk omdat hij eigenlijk niet Jos’ echte vader is. Daarenboven stuit Jos op behoorlijk wat onrecht. Zo moet hij het opnemen voor zijn zus Judith die op school gepest wordt door figuren die hij de ,,Nieuwe Romeinen’’ noemt.

Maar het verhaal zingt zich daarna mooi los van de reguliere evangelies. Jos ziet al gauw overal Romeinen opduiken, en zijn missie krijgt het karakter van een godsdienstoorlog, onderbouwd door een aantal complottheorieën die grenzen aan de godsdienstwaanzin. Het stuk toont heel mooi hoe de jongen steeds meer in de war geraakt omdat hij het verhaal en de motieven van de mensen die hem omringen onmogelijk nog juist kan inschatten.

Tania Van der Sanden mag zich helemaal uitleven in die reeks nevenpersonages. Haar typetjeshumor dient als tegengewicht voor de ernstige toon van het stuk, maar als moeder, vader, zusje, dorpspriester en engelbewaarder legt zij tegelijk waarheid en leugen, goed en kwaad in een knoop die pas naar het einde toe wordt ontward.

Als slachtoffer van de kracht van het Woord die hij zelf propageert vraagt Jos uiteindelijk wanhopig ,,de mens te kunnen zien zoals hij is’’. Ook Frank Adam besteedde de nodige aandacht aan het Woord, en stopte in zijn tekst een aantal retorische en poëtische stijlfiguren. Daardoor moeten de toeschouwers (die best ouder zijn dan elf) aan die tekst de nodige aandacht
besteden. Daarom wellicht houdt de regisseur Rik Teunis het wat de vormgeving betreft hoofdzakelijk op wat lichteffecten en een suggestieve soundtrack (Twin Peaks voor de spanning, The Prodigy voor de uitbarsting).

Het stukoverstijgt de eendimensionale behandeling van een thema als pesten doordat Adam tegenover de verscheurende wanhoopskreet van de gepeste Judith een bijbels aforisme plaatst als dat van de dorpspriester. ,,Soms komt de hand niet naar de wang, maar de wang naar de hand’’, orakelt die, en daarmee legt hij een deel van de verantwoordelijkheid bij de gepeste zelf.

De parabel draait dan ook vooral om onafhankelijkheid. Onafhankelijkheid van het sterke oudere broertje, maar ook van engelbewaarders en andere vertegenwoordigers van God op aarde.

Die onafhankelijkheid brengt zelfvertrouwen, maar ook verantwoordelijkheid met zich mee. Dat illustreert Judith zelf met een ander aforisme op het moment dat Jos zijn kwaaie vader de dood wil injagen. ,,In een leven zonder vader is alles wel je eigen schuld’’, waarschuwt ze. De middelvingers van de affiche zijn dus niet zomaar een provocatie. Het vraagt soms moed om hem op te steken naar de mensen die het slecht met je voor hebben.