Pers: De jongen die uit zijn lichaam viel (Moon Art Gallery)
‘De jongen die uit zijn lichaam viel’ van Frank Adam
Jon Misselyn
Maandag 6 juni 2005
Afgelopen weekend ging in De Werf De jongen die uit zijn lichaam viel in première. Het is een eigen productie van De Werf (in samenwerking met Corpus), bedoeld voor kinderen vanaf elf. Na afloop kregen de bezoekers een rolletje pepermuntjes mee naar huis, een attentie van de pastoor uit het stuk. Er was ook een feestje met belegde boterhammen en olijven, met bier en wijn, en frisdrank voor de kinderen (én de koters!). Er heerste een stemming die tevredenheid uitstraalde. Zowel jong als oud had zich gejeund, wie jonger was dan elf iets minder. Vooral Tania Van der Sanden (die een vijftal rollen speelde) was in de smaak gevallen, maar ook Wouter Bruneel mocht tevreden zijn over de Jos die hij op de planken gezet had : een forsgebouwde puer die twee keer geboren was : één keer uit zijn moeder, één keer uit zichzelf. Hij waande zich de nieuwe Jezus.
Chapeau voor Frank Adam die een heldere tekst schreef, waarin de moeilijkste jaren van een kind heel poëtisch verwoord waren en waarvoor hij tot diep in de psyche van zo’n etter doorgedrongen was.
Als puber heb ik Jos goed gekend. Niet de Jos uit De jongen die uit zijn lichaam viel, maar een Jos. Hij heette niet eens Jos. Hij zat naast me in de klas, maar nam meer plaats in dan de school voor tieners van die leeftijd voorzien had. Hoewel niemand dat liet merken, had iedereen een beetje schrik van Jos. Jos had ze niet alle vijf, maar so what?, wie wel? Hij had voor alle vakken slechte punten maar hij was veel slimmer dan wij : hij zag in alles wat hem tegenzat complotten, waar wij nog niet eens een vermoeden hadden van wat het woord complot betekende. Op zekere dag verzon hij dat hij de messias was en omdat hij dat bleef volhouden werd hij zelfs van school gestuurd. Zijn familie is dan ook uit de stad waar ik toen woonde verhuisd en ik heb nooit meer iets over hem gehoord.
Pas veel later heb ik de Jos uit mijn klas begrepen. Hij wou aan de godsdienstleraar en aan de hele school tonen op welke wankele basis hun geloof gestoeld was. “Ik ben de nieuwe messias”, zei hij en iedereen lachte, maar de leraar zei dat dat geen dingen waren waarmee te spotten viel. “Maar ik bén de nieuwe messias”, hield hij vol, waarop zich een hele discussie ontwikkelde, tot Jos uiteindelijk van de leraar moest bewijzen dat hij was wie hij beweerde, waarna Jos laconiek zei : “Bewijst u eerst maar eens dat ik de nieuwe messias niét ben.”
Jos uit De jongen die uit zijn lichaam viel moest ook toveren om te bewijzen dat hij de nieuwe Jezus was en zijn antwoord was ook dat toveren ‘om te toveren’ zijn missie zou degraderen tot volksvermaak. Jos heeft het niet zo begrepen op de kazerne aan de overkant waar ze handelen in kanonnenvlees. Frank Adam plaatst hem in een gezinnetje en vertelt zijn verhaal aan de hand van enkele geestige maar desalniettemin scherpzinnige dialogen. Ook wij vonden de acteerprestatie van Tania Van der Sanden grandioos -vooral hoe ze het kleine zusje speelde!- waar Wouter Bruneel ons als puer iets té rijp overkwam, al is de visie van regisseur Rik Teunis wat dit betreft volstrekt verdedigbaar. De jongen die uit zijn lichaam viel is een pretentieloze voorstelling geworden die de jongeren toch tot nadenken aanzet. Wat wil je nog méér?